Bij nader inzien … De vragende discipelen ontdekken dat ze een stap te ver zijn. Ze hebben Elia gezien. De heilstijd kan nu aanbreken. De schriftgeleerden leren dat ook op grond van Maleachi 4:5-6. Maar nu stelt Jezus die heerlijke tijd toch uit. Ze moeten voorlopig zwijgen en eerst lijden aanvaarden. Hoe is dat met elkaar te rijmen? Jezus’ antwoord maakt duidelijk dat de leer over Elia’s komst klopt, maar dat ze niet buiten beschouwing moeten laten wat de Schrift zegt over het lijden en sterven en de verwerping van de Messias. Elia is gekomen in de persoon van Johannes de Doper. Hij bereidde het volk voor op de glorie van Gods komst. Toch hebben velen zich tegen hem verzet. Daarin lag een voorafschaduwing van wat ook geschreven staat over de lijdende ‘knecht van de HEERE’ (Jes. 42:19). Lijden was het deel van Elia, de wegbereider, en zal ook het deel zijn van de Messias. De leerlingen moeten nog leren. En misschien kunnen wij vandaag ook nog wat leren. Bij nader inzien … ‘Verblijd u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mag verblijden en verheugen.’ (1 Petr. 4:13)